conciërge
:
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
Nom commun [modifier le wikicode]
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | conciërge | conciërges |
Diminutif | conciërgetje | conciërgetjes |
conciërge masculin et féminin
Synonymes[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[2] :
- 98,6 % des Flamands,
- 98,8 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Nord des Pays-Bas) \kɔn.ˈʒɛr.ʒə\
- (Limbourg) \kɔn.si.ˈjɛr.ʒə\
- Pays-Bas : écouter « conciërge [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- conciërge sur mijnwoordenboek.nl. Consulté le 12 mai 2019
- ↑ « conciërge » dans Nicoline van der Sijs, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, dbnl.org, Amsterdam, Anvers, 2002, ISBN 978-902042045-6
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]