doorzeven

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Composé de “door” et “zeven”.

Verbe [modifier le wikicode]

doorzeven transitif

Présent Prétérit
ik doorzeef doorzeefde
jij doorzeeft
hij, zij, het doorzeeft
wij doorzeven doorzeefden
jullie doorzeven
zij doorzeven
u doorzeeft doorzeefde
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben doorzevend doorzeefd
  1. Cribler de balles.

Vocabulaire apparenté par le sens[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 92,0 % des Flamands,
  • 86,3 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Prononciation manquante. (Ajouter)

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]