inwijden
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
Verbe [modifier le wikicode]
inwijden \Prononciation ?\ transitif
- Bénir, consacrer.
- de kerk werd door de bisschop ingewijd
- l’église a été consacrée par l’évêque
- de kerk werd door de bisschop ingewijd
- Inaugurer.
- een nieuwe woning inwijden
- pendre la crémaillère.
- een nieuwe woning inwijden
- Initier, mettre au courant de, mettre dans le secret.
- hij heeft mij ingewijd in de wereld van de wiki’s
- il m’a initié dans le monde des wikis
- hij heeft mij ingewijd in de wereld van de wiki’s
Synonymes[modifier le wikicode]
- bénir
- inaugurer
- initier
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 96,5 % des Flamands,
- 96,9 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
→ Prononciation manquante. (Ajouter)
- (Région à préciser) : écouter « inwijden [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]