mesjogge
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Adjectif [modifier le wikicode]
mesjogge \Prononciation ?\
- Dingue, cinglé.
- Laten we zeggen dat, enkele miljoenen jaren geleden, een of andere mesjogge aap, bij het morgenkrieken door een vreemde drang bezeten, slingerend zijn boomtak had verlaten… — (Hubert Lampo, De verdwaalde carnavalsvierder)
- Verdomme, jij met je mesjogge vragen! — (Hubert Lampo, De verdwaalde carnavalsvierder)
Synonymes[modifier le wikicode]
Dérivés[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 64,2 % des Flamands,
- 92,6 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « mesjogge [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]