buurtschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtschap buurtschappen
verkleinwoord buurtschapje buurtschapjes

Zelfstandig naamwoord

de buurtschapv

  1. een kleine bewoonde plaats met een eigen naam maar zonder officieel middelpunt zoals een kerk of marktplein
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen