onderwijs
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Adjectif [modifier le wikicode]
onderwijs \ɔn.dǝɾ.ʋɛjs\ neutre (Indénombrable)
- Enseignement.
lager onderwijs
- enseignement primaire
middelbaar, voortgezet onderwijs
- les études secondaires, enseignement secondaire
hoger onderwijs
- enseignement supérieur, études supérieures
openbaar onderwijs
- enseignement public
bijzonder onderwijs
- enseignement privé, (Belgique) <tegenover openbaar onderwijs> enseignement libre
het godsdienstig onderwijs
- le catéchisme
kind dat geschikt is voor het onderwijs
- enfant scolarisable
Vocabulaire apparenté par le sens[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- Pays-Bas : écouter « onderwijs [ɔn.dǝɾ.ʋɛjs] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]