ontbijten

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Du néerlandais ontbijt, (« petit-déjeuner »).

Forme de nom commun [modifier le wikicode]

ontbijten \Prononciation ?\

  1. Pluriel de ontbijt.

.

Verbe [modifier le wikicode]

Présent Prétérit
ik ontbijt ontbeet
jij ontbijt
hij, zij, het ontbijt
wij ontbijten ontbeten
jullie ontbijten
zij ontbijten
u ontbijt ontbeet
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben ontbijtend ontbejten

ontbijten \Prononciation ?\ intransitif

  1. Prendre le petit déjeuner (prendre le premier repas de la journée).

Apparentés étymologiques[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 98,4 % des Flamands,
  • 99,7 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]