dichtstbijzijnd
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
Adjectif [modifier le wikicode]
Forme indéclinée | dichtstbijzijnd \Prononciation ?\ |
---|---|
Forme déclinée | dichtstbijzijnde \Prononciation ?\ |
dichtstbijzijnd
- Adjacent, le plus proche
Synonymes[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 91,2 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
→ Prononciation manquante. (Ajouter)
- Pays-Bas : écouter « dichtstbijzijnd [ˌdɪχst.bɛɪ̯.ˈzɛɪ̯nt] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]