gebruikelijk
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
Adjectif [modifier le wikicode]
gebruikelijk \ɣə.bɾʌj.kə.lɛk\
- Habituel, usuel, d’usage, usité, courant.
- dat is niet gebruikelijk
- ce n’est pas dans les usages, ce n’est pas d’usage
- (Commerce) zoals gebruikelijk
- aux conditions habituelles
- (Commerce) het is algemeen gebruikelijk
- c’est de pratique courante, il est de pratique courante que
- dat is niet gebruikelijk
Synonymes[modifier le wikicode]
Prononciation[modifier le wikicode]
- \ɣə.bɾʌj.kə.lɛk\
- (Région à préciser) : écouter « gebruikelijk [ɣə.bɾʌj.kə.lɛk] »
- Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « gebruikelijk [Prononciation ?] »