gegeven
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Participe passé de geven (donner).
Adjectif [modifier le wikicode]
gegeven \ɣǝ.ɣe.vǝn\
- Donné, déterminé, certain.
- in het gegeven geval
- en l’espèce, en l’occurrence
- (Géométrie) gegeven: een driehoek ABC
- soit un triangle ABC
- in het gegeven geval
Nom commun [modifier le wikicode]
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | gegeven | gegevens |
Diminutif | gegeventje | gegeventjes |
gegeven \ɣǝ.ɣe.vǝn\ neutre
- Donnée, caractéristique, élément, information.
- technische gegevens
- caractéristiques techniques, données techniques
- gegevens <adres, telefoonnummer, enz.>
- coordonnées
- technische gegevens
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,3 % des Flamands,
- 99,0 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- Pays-Bas : écouter « gegeven [ɣǝ.ɣe.vǝn] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]