inregelen

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Verbe [modifier le wikicode]

Présent Prétérit
ik regel in regelde in
jij regelt in
hij, zij, het regelt in
wij regelen in regelden in
jullie regelen in
zij regelen in
u regelt in regelde in
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben regelen ind ingeregeld

inregelen \Prononciation ?\ transitif

  1. (Technologie) Mettre au point.
    • het inregelen
      la mise au point

Synonymes[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 51,9 % des Flamands,
  • 73,9 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]