jíj

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Voir aussi : Jij, jij, Jíj, jíj́, jɨj, Ji’j

Néerlandais[modifier le wikicode]

Forme de pronom [modifier le wikicode]

jíj \jɛɪ\

  1. Forme emphatique de jij.
    • Je zou zeggen: blíjf daar zo lang als jekunt. Mooier kan het niet worden. Ga níet naar Ajax, waar ze hetonmogelijke van je verwachten: dat jíj de held bent die de club terugvoertnaar het Land van Belofte. — (« Slecht nieuws voor sporthelden: sporthelden bestaan niet », dans De Volkskrant, 6 février 2006 [texte intégral])
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Notes[modifier le wikicode]

L’orthographe de 1996 préconise la graphie jíj́, si techniquement possible.