onwetendheid
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
Nom commun [modifier le wikicode]
onwetendheid \Prononciation ?\ féminin
- Ignorance.
- Aan de basis van al het menselijk en maatschappelijk lijden, zo leert ons Boeddha, liggen drie negatieve emoties: woede, hebzucht en onwetendheid.
- La base de toute la douleur humaine et sociale, comme nous l’apprend Bouddha, est constituée de trois émotions négatives : colère, cupidité et ignorance.
- Aan de basis van al het menselijk en maatschappelijk lijden, zo leert ons Boeddha, liggen drie negatieve emoties: woede, hebzucht en onwetendheid.
Synonymes[modifier le wikicode]
Antonymes[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 97,7 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « onwetendheid [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]