schilfer
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun [modifier le wikicode]
schilfer \Prononciation ?\ masculin
- Écaille.
- er valt schilfertjes kalk van het plafond
- des écailles de plâtre tombent du plafond
- er valt schilfertjes kalk van het plafond
- (Anatomie) Pellicule, squame.
- schilfers op het hoofd
- des pellicules sur la tête
- schilfers op het hoofd
Synonymes[modifier le wikicode]
Dérivés[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 93,8 % des Flamands,
- 93,8 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- \ˈsxɪlfər\
- Pays-Bas : écouter « schilfer [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]