samenstelling
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
Nom commun [modifier le wikicode]
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | samenstelling | samenstellingen |
Diminutif | samenstellinkje | samenstellinkjes |
samenstelling \ˈsaː.mə(n).ˌstɛ.lɪŋ\ féminin
- Composition, constitution.
algemene samenstelling
- plan général
- (Grammaire) Mot composé.
Het vormen van samenstellingen en afleidingen wordt hier niet behandeld.
— (Sera de Vriendt, Grammatica van het Brussels, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Brussels, 2003, 110 pages, ISBN 9789072474513, page 8)
Synonymes[modifier le wikicode]
- composition
- mot composé
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,5 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « samenstelling [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- « samenstelling » dans le Woordenlijst Nederlandse Taal de la Nederlandse Taalunie
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]