verzamelen
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- De l’allemand versammeln de même sens.
Verbe [modifier le wikicode]
verzamelen \Prononciation ?\ transitif
- Rassembler, recueillir.
Informatie verzamelen.
- Recueillir des informations.
- Krachten verzamelen.
- Rassembler ses forces.
Materiaal verzamelen voor een onderzoek.
- Réunir du matériel pour une recherche.
Moed verzamelen.
- Rassembler son courage.
- Collectionner, amasser.
Postzegels verzamelen.
- Collectionner les timbres.
Synonymes[modifier le wikicode]
- rassembler
- bijeenbrengen
- bijeenroepen
- inzamelen
- bundelen
- vergaren
- collecteren
- groeperen
- oogsten
- ophopen
- samenvoegen
- collectionner
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,8 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- Pays-Bas : écouter « verzamelen [Prononciation ?] »
- Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « verzamelen [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]