achteloos
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
Adjectif [modifier le wikicode]
achteloos
Synonymes[modifier le wikicode]
Dérivés[modifier le wikicode]
Adverbe [modifier le wikicode]
achteloos
- Distraitement, étourdiment.
- Négligemment.
"Ik heb er heel wat materiaal gevonden, door de intelligentsia van het decadente Tarmaddon achteloos achtergelaten."
— (Gust van Brussel, De Atlantica Kroniek, 2003, ISBN 9053252371)
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 96,5 % des Flamands,
- 98,4 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
→ Prononciation manquante. (Ajouter)
- Pays-Bas : écouter « achteloos [Prononciation ?] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]