aaneengesloten
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- De aaneensluiten.
Adjectif [modifier le wikicode]
aaneengesloten
- D’affilée.
- een aaneengesloten periode : une période ininterrompue.
Forme de verbe [modifier le wikicode]
aaneengesloten \Prononciation ?\
- Participe passé du verbe aaneensluiten.
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « aaneengesloten [Prononciation ?] »