bíjna
:
Néerlandais[modifier le wikicode]
Forme d’adverbe [modifier le wikicode]
bíjna \ˈbɛj.na\
- Forme emphatique de bijna.
Maar daar werd bíjna een stokje voor gestoken door … een mug.
— (« PODCAST. Hoe een mug ervoor zorgde dat Thibault Christiaensen bijna níet op Rock Werchter kon spelen », dans Het Belang van Limburg, 9 juillet 2022 [texte intégral])
Notes[modifier le wikicode]
- L’orthographe de 1996 préconise la graphie bíj́na, si techniquement possible.