nucleïnezuren

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Forme de nom commun [modifier le wikicode]

nucleïnezuren \Prononciation ?\ féminin

  1. Pluriel de nucleïnezuur.
    • Net als alle virussen zijn ze natuurlijke biologische entiteiten bestaande uit een kern van nuicleïnezuren (het genoom) die ingesloten is een mantel van eiwitten (capside). — (Jean-Paul Pirnay, « Faagtherapie: de medische toepassing van de evolutionaire wapenwedloop tussen bacteriën en fagen », Belgisch Militair Tijdschrift / Revue militaire belge, juin 2014, page 109)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)