overschrijden
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Dérivé par préfixation de schrijden.
Verbe [modifier le wikicode]
overschrijden \Prononciation ?\ transitif
- Franchir.
De 27-jarige Broeders kon zich vrijdag met vier sprongen plaatsen voor de finale. Hij haalde 5,50 en 5,65 meter bij zijn eerste poging, maar moest twee keer proberen om 5,75 meter te overschrijden. Broeders heeft het Belgische record (5,85 meter) in handen.
— (« Een overzicht van zondagnacht: wereldrecords in polsstokspringen en op 100 meter horden » sur destandaard.be, le 25 juillet 2022. → lire en ligne)
- Dépasser, passer, excéder, outrepasser.
de regels overschrijden
- transgresser les règles
de begroting overschrijden
- dépasser le budget
Synonymes[modifier le wikicode]
- franchir
- dépasser
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « overschrijden [Prononciation ?] »