vervoer
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Composé de voeren « conduire » avec le préfixe ver-.
Nom commun [modifier le wikicode]
vervoer \vǝɾ.ˈvuɾ\ neutre (Indénombrable)
- Transport.
Het vervoer
- Les transports.
Het vervoer per vrachtwagen.
- Le camionnage.
Het vervoer per trein.
- Les transports ferroviaires.
Het openbaar vervoer.
- Les transports en commun / publics.
- (Par métonymie) Moyen de transport.
Met eigen vervoer.
- Par ses propres moyens.
Uitzonderlijk vervoer.
- Convoi exceptionnel.
Synonymes[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « vervoer [vǝɾ.ˈvuɾ] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]