Aller au contenu

zakelijk

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Adjectif [modifier le wikicode]

Forme Positif Comparatif Superlatif
Forme indéclinée zakelijk zakelijker zakelijkst
Forme déclinée zakelijke zakelijkere zakelijkste  
Forme partitive zakelijks zakelijkers

zakelijk \Prononciation ?\

  1. Commercial.
    • zakelijke contacten onderhouden
      être en relations d’affaires
  2. Impersonnel, réaliste, factuel.
    • zakelijke opmerkingen
      remarques concernant le contenu
    • een zakelijke stijl
      un style concis
    • zakelijk welzijn
      bien-être matériel, intérêt matériel
    • zakelijke gegevens
      données factuelles.
    • (Notariat) na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte
      après avoir indiqué en substance le contenu de cet acte
    • zakelijk recht
      droit réel

Synonymes[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,6 % des Flamands,
  • 100,0 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]