dacht

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Forme de verbe [modifier le wikicode]

Présent Prétérit
ik denk dacht
jij denkt
hij, zij, het denkt
wij denken dachten
jullie denken
zij denken
u denkt dacht
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben denkend gedacht

dacht

  1. Première, deuxième et troisième personne du singulier du prétérit du verbe denken.
    • Ik dacht dat hij jonger was.
      Je pensais qu'il était plus jeune.

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,3 % des Flamands,
  • 99,3 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]