beroven

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Composé de la particule inséparable be- et du verbe roven.

Verbe [modifier le wikicode]

beroven \Prononciation ?\ transitif

Présent Prétérit
ik beroof beroofde
jij berooft
hij, zij, het berooft
wij beroven beroofden
jullie beroven
zij beroven
u berooft beroofde
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben berovend beroofd
  1. Dévaliser, détrousser, dépouiller.

Synonymes[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 97,9 % des Flamands,
  • 100,0 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]