onbepaald lidwoord

Néerlandais

Étymologie

De onbepaald (« indéfini ») et lidwoord (« article »).

Locution nominale

Nombre	Singulier	Pluriel
Nom	onbepaald lidwoord	onbepaalde lidwoorden
Diminutif	onbepaald lidwoordje	onbepaalde lidwoordjes

onbepaald lidwoord \ˌɔn.bə.ˈpaːlt ˈlɪt.woːrt\ neutre

1. Modèle:grammaire Article indéfini.

Synonymes

• lidwoord van onbepaaldheid

Hyperonymes

• lidwoord

Prononciation

• (Région à préciser) : écouter « onbepaald lidwoord [ˌɔn.bə.ˈpaːlt ˈlɪt.woːrt] »