Aller au contenu

onderbreken

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Version datée du 18 juin 2019 à 18:10 par Surbot (discussion | contributions) (→‎Néerlandais : Ajout du taux de reconnaissance)

Néerlandais

Étymologie

Dérivé par préfixation de breken.

Verbe

Présent Prétérit
ik onderbreek onderbrak
jij onderbreekt
hij, zij, het onderbreekt
wij onderbreken onderbraken
jullie onderbreken
zij onderbreken
u onderbreekt onderbrak
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben onderbrekend onderbroken

onderbreken \Prononciation ?\ transitif

  1. Interrompre.
    • mag ik u even onderbreken?
      permettez que je vous interrompe
    • de elektrische stroom onderbreken
      couper le courant
    • een zwangerschap onderbreken
      interrompre une grossesse
    • een verhaal herhaaldelijk onderbreken met gelach
      entrecouper une histoire de rires

Synonymes

Taux de reconnaissance

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,1 % des Flamands,
  • 99,7 % des Néerlandais.

Prononciation

Références

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]