pijnappelklier

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Composé de pijnappel et de klier.

Nom commun [modifier le wikicode]

Nombre Singulier Pluriel
Nom pijnappelklier pijnappelklieren
Diminutif pijnappelkliertje pijnappelkliertjes

pijnappelklier het

  1. (Anatomie) Glande pinéale.
    • Door melatonine uit te scheiden oefent de pijnappelklier invloed uit op het dag-nachtritme, daar melatonine de nucleus suprachiasmaticus, die de circadiane ritmes regelt, beïnvloedt.
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Synonymes[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 50,4 % des Flamands,
  • 66,0 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Voir aussi[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]