postkantoor
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
Nom commun [modifier le wikicode]
postkantoor \pɔst.kɑn.to:ɾ\ neutre (pluriel : postkantoren \pɔst.kɑn.to:.ɾə\)
- Bureau de poste.
- naar het postkantoor gaan
- aller à la poste
- naar het postkantoor gaan
Synonymes[modifier le wikicode]
Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,2 % des Flamands,
- 98,8 % des Néerlandais.
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « postkantoor [pɔst.kɑn.to:ɾ] »
Références[modifier le wikicode]
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]