reisbureau
Néerlandais
Étymologie
Nom commun
reisbureau \ɾɛjs.by.ɾo\ neutre
- Agence de voyages.
- het reisbureau zal uw kaartje reserveren
- l’agence de voyages réservera votre billet
- het reisbureau zal uw kaartje reserveren
Taux de reconnaissance
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,1 % des Flamands,
- 99,4 % des Néerlandais.
Prononciation
- (Région à préciser) : écouter « reisbureau [ɾɛjs.by.ɾo] »
Références
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]