safarijack

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Composé de safari et de jack.

Nom commun [modifier le wikicode]

Nombre Singulier Pluriel
Nom safarijack safarijacken
Diminutif

safarijack \Prononciation ?\ masculin et féminin identiques

  1. (Rare) Robe de safari.
    • Twee T-shirts, een polo, blouse, trui, een safarijack en een reiscolbert kun je makkelijk over elkaar heen aantrekken — (Ben de Ponti, Livingstone op de voet gevolgd: Dwars door het hart van Malawi, 2020)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Op de set werd ze gefotografeerd met een safarijack dat lijkt op het jasje dat Roger Moore in The Man with the Golden Gun draagt. — (« De nieuwe James Bond wordt een powervrouw », dans FHM, 15 juillet 2019 [texte intégral])
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Variantes orthographiques[modifier le wikicode]