synoniem

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

(1800) Du français synonyme [1].

Nom commun [modifier le wikicode]

Nombre Singulier Pluriel
Nom synoniem synoniemen
Diminutif synoniempje synoniempjes

synoniem \Prononciation ?\ neutre

  1. (Linguistique) Synonyme.
    • Men kan dus van den Panter en den Luipaard spreken, en dan aan deze woorden de beteekenis hechten, die de jagers er aan geven, of de beide namen als synoniem beschouwen, en al de bedoelde dieren Panter of Luipaard noemen. — (Alfred Edmund Brehm, Het Leven der Dieren, trad. S. P. Huizinga, partie 1, chapitre 4, 1920)
    • (Sens figuré) De vroegere (romantische) kunstopvatting ontwikkelde zich in een tijdperk waarin kunst en bedoeling synoniem waren. — (Theo van Doesburg, « De taak der nieuwe architectuur », dans Bouwkudig Weekblad, année 42, n°2, 8 janvier 1921, pages 8-10)

Synonymes[modifier le wikicode]

Antonymes[modifier le wikicode]

Prononciation[modifier le wikicode]

Prononciation manquante. (Ajouter)

Références[modifier le wikicode]

Sources[modifier le wikicode]

  1. « synoniem » dans Nicoline van der Sijs, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, dbnl.org, Amsterdam, Anvers, 2002, ISBN 978-902042045-6