gewaarworden

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Cette page a été créée automatiquement et nécessite une vérification.
Elle est listée dans les pages à vérifier car créées automatiquement.
Merci d’enlever ce bandeau une fois la page vérifiée.
Langue(s) concernée(s) : néerlandais.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Composé de “gewaar” et “worden”.

Verbe [modifier le wikicode]

gewaarworden transitif

Présent Prétérit
ik word gewaar werd gewaar
jij wordt gewaar
hij, zij, het wordt gewaar
wij worden gewaar werden gewaar
jullie worden gewaar
zij worden gewaar
u wordt gewaar werd gewaar
Auxiliaire Participe présent Participe passé
zijn worden gewaard gewaargeworden
  1. Ressentir, sentir.
  2. Se rendre compte, s'apercevoir.

Synonymes[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 94,5 % des Flamands,
  • 95,0 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]