nazijaar
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun [modifier le wikicode]
| Nombre | Singulier | Pluriel |
|---|---|---|
| Nom | nazijaar | nazijaren |
| Diminutif | — | — |
nazijaar \Prononciation ?\ neutre
- (Histoire) Année sous le régime nazi.
Maar dat de dag waar het allemaal om draait in de late zomer viel in het ‘nazijaar’ 1933, het jaar van de machtsovername van Hitler, die op 30 januari had plaatsgevonden.
— (Peter Hein, Het misverstand: Een stadje, twee doden en de opkomst van het nazisme, Meulenhoff Boekerij B.V., 2017, page 47)Dat de Duitsers tijdens de nazijaren anti-Joods waren geweest, was maar schijn.
— (« De antisemitische wortels van het linkse terrorisme », dans Duitsland Instituut, 22 mai 2013 [texte intégral])
Variantes orthographiques[modifier le wikicode]
- nazi-jaar (Orthographe de 2006)