Aller au contenu

Vesder

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Nom propre [modifier le wikicode]

Invariable
Vesder
De Vesder bij Verviers.

Vesder \Prononciation ?\ féminin

  1. (Géographie) Vesdre, rivière de Belgique et d’Allemagne qui se jette dans l’Ourthe.
    • In de heerlijke vallei van de Vesder liggen de Imperiafabrieken van Nessonvaux waar men de Standard Vanguard, de Triumph en, sinds enkele tijd, ook de Alfa Romeo monteert. Op het dak van deze fabrieken bevindt er zich een betonnen proefbaan waar auto’s kunnen getest worden. — (« De Postiljon » in Kuifje, 8e année, numéro 45, le 12 novembre 1953, page 9. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • De eerste fabriek voor het boren van kanonnen werd opgericht in Prayon, in het dal van de Vesder (1612); men telde acht vestigingen aan de oevers van de Vesder in 1650 en een veertigtal in het midden van de 18de eeuw. — (Algemene geschiedenis der Nederlanden, partie 8 : sociaal-economische geschiedenis 1650-1800, etc, Fibula-Van Dishoeck, 1979, page 141. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Dérivés[modifier le wikicode]

Prononciation[modifier le wikicode]

Voir aussi[modifier le wikicode]

  • Vesder sur l’encyclopédie Wikipédia (en néerlandais)