Aller au contenu

aanstrijken

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Révision datée du 26 novembre 2017 à 20:19 par Lmaltier (discussion | contributions)
(diff) ← Version précédente | Voir la version actuelle (diff) | Version suivante → (diff)

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Composé de la particule séparable aan et du verbe strijken (« frotter »).

Verbe [modifier le wikicode]

Présent Prétérit
ik strijk aan streek aan
jij strijkt aan
hij, zij, het strijkt aan
wij strijken aan streken aan
jullie strijken aan
zij strijken aan
u strijkt aan streek aan
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben strijken aand aangestreken

aanstrijken \Prononciation ?\ transitif

  1. Frotter.

Synonymes[modifier le wikicode]

Prononciation[modifier le wikicode]