bereiken

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

(Date à préciser) Composé de la particule inséparable be- et du verbe reiken.

Verbe [modifier le wikicode]

Présent Prétérit
ik bereik bereikte
jij bereikt
hij, zij, het bereikt
wij bereiken bereikten
jullie bereiken
zij bereiken
u bereikt bereikte
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben bereikend bereikt

bereiken \Prononciation ?\ transitif

  1. Atteindre, parvenir à, remporter, aboutir.
    • Zijn bestemming bereiken.
      Parvenir à destination.
    • Zijn doel bereiken.
      Atteindre son but.
    • Iemand per telefoon bereiken.
      Joindre quelqu’un au téléphone.
    • Gemakkelijk te bereiken.
      D’accès facile.
    • Het bereiken van de temperatuur.
      L’obtention de la température.

Synonymes[modifier le wikicode]

Dérivés[modifier le wikicode]

Forme de nom commun [modifier le wikicode]

bereiken \Prononciation ?\

  1. Pluriel de bereik.

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 99,3 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]